Ladies of the Lodge & Brothers in the Lord
28 september 2022 - DIvundu, Namibië
Met pijn in ons hart verlieten we zondag het wildpark. Wat een fantastisch iets is het toch om zo dicht bij de dieren te komen, we hebben werkelijk van elke minuut genoten en prijzen ons gelukkig dat we zoveel moois hebben gezien.
De volgende stop was de N'Kwasi Lodge, een verblijf dat Gé en ik kenden van onze reis in 2009. Toen konden we er niet over de weg komen omdat de Okavango rivier was overstroomd en de weg weg was. De toenmalige eigenaar haalde ons op met een soort boot, voorzien van eetkamer stoelen, en zo tuften we richting de lodge. Daar was nu geen sprake van, de rivier heeft zelfs zo weinig water dat je er doorheen kunt waden, richting Angola.
We werden heel hartelijk ontvangen door Isaac, die zich ontpopte als onze persoonlijk begeleider voor deze dagen. Wat we ook al vroegen, hij zorgde dat het in orde kwam. Aangezien de lodge best wel ver van de bewoonde wereld ligt, hadden we hier ook het avondeten besproken en omdat we de enige gasten waren voelde het wel als een enorme luxe dat er dus alleen voor ons werd gekookt. Er was geen menu, er stonden gewoon allemaal potten rond een vuurtje en we hadden het maar voor het opscheppen. Als voorafje kregen we erwtensoep, een bijzondere delicatesse bij 30 graden 😊
Het is hier trouwens echt enorm warm, de temperatuur komt regelmatig tot 39 graden, dus een duik in het zwembad is zo nu en dan wel heel erg lekker. Ook hier was er een klein zwembad, maar dat werd volledig in beslag genomen door een grote groep schoolkinderen die vlak achter de lodge een kamp hadden. Martha en ik besloten er toch maar even heen te lopen om af te koelen en tot onze grote pret maanden de onderwijzers de kinderen even tot kalmte omdat nu de Ladies of the Lodge waren gearriveerd. Omdat we het plezier van het spetterende grut niet al te lang wilden bederven deden we even een snelle duik en kon het spul weer verder met de waterpret.
Aan het eind van de middag hadden we een boottochtje besteld over de rivier, en Isaac was de kapitein. Gé en ik herkenden de boot meteen en ja hoor, ook nu werden de eetkamer stoelen op het dek gezet. Isaac had een boekje bij zich waarop stond te lezen dat het een soort bijbelstudie was, uitgegeven door de organisatie die ook de conferentie organiseert waar Gé aan het eind van deze reis naar toe gaat. Tja, daar moesten we het natuurlijk wel even over hebben. Isaac kon er niet over uit, dacht hij met een paar cliënten te gaan varen, bleken we broeders en zusters in the Lord te zijn. Hij vertelde dat hij de opleiding tot evangelist deed en deelde veel over zijn kerk en de moeiten die er zijn. Gelukkig bleef er daarnaast ook veel ruimte over om heerlijk te genieten van de mooie rivier en de prachtige zonsondergang. Hij stuurde ons ook nog even naar de Angolese kant en had daar een groep kinderen geregeld die voor ons gingen zingen en dansen. Hoewel het blanke toerist gehalte hierdoor wel enorm werd verhoogd, gunden we de kinderen van harte een paar dollar (volgens Isaac voor schoolspullen).
Terug bij de lodge mochten we weer aanschuiven voor de avondmaaltijd, alleen werd nu de tafel onder de sterrenhemel neergezet. Wauw, beter wordt het niet! Daar moesten we natuurlijk wel even voor danken, en toen we klaar waren met het gebed bleek dat Simon, onze ober, er bij was komen staan en gewoon lekker meedeed.
Dinsdagochtend vertrokken we weer, met Isaac als passagier. Hij had namelijk gevraagd of we het leuk zouden vinden om even bij “zijn” kerk langs te gaan. Hij bracht ons naar een klein gebouwtje, dichtbij de lodge, en jawel, daar stond een klein deel van de gemeente ons op te wachten met zang en dans. Binnen stonden vier stoelen voor ons klaar, Isaac had ons bezoek dus duidelijk voorbereid. Een van de dames ging voor in gebed en deed dat met zoveel overgave dat ik denk dat de boodschap regelrecht naar de hemel werd geblazen. Dat we er niets van konden verstaan was jammer, maar de boodschap was duidelijk. De deacon van de gemeente, een klein manneke met een stem als een misthoorn, deed daarop het woord en Isaac vertaalde dat het een wonder was dat wij, die van zover waren gekomen nu hier mochten zijn als broeders en zusters in het geloof. Alles werd duidelijk beaamd met veel “amens” van de gemeente. En natuurlijk werden ook wij gevraagd om een woord van bemoediging te spreken, nou dat lieten we natuurlijk over aan Gé die een hele korte versie gaf van de preek die hij de zondag van ons vertrek nog in Apeldoorn had gehouden. Toen Isaac daarna vertelde dat we elkaar hadden gevonden door zijn cursusboekje, klonk er luidkeels halleluja uit de gelederen.
Na deze bijzondere ontmoeting vertrokken we richting onze volgende pleisterplaats aan de rivier, en hoe we daar met een safariwagen, met Kobus aan het stuur, door de droge rivierbedding zijn gescheurd komt in de volgende blog.
Leuke blog weer mam, genieten.
Grt Corjan